Wie in Nederland aan de universiteit wil studeren, moet aan steeds meer eisen voldoen. Het juiste profiel, het juiste vakkenpakket, hoge cijfers. En zelfs dan kunnen loting, numerus fixus of aanvullende toetsen de deur alsnog sluiten. De selectie aan de poort is strenger dan ooit, met als gevolg dat jongeren op hun achttiende al afgerekend worden op prestaties die zij vaak in ongelijke omstandigheden hebben geleverd.
Maar wat als we dat systeem omdraaien?
Door: OpenAI ChatGPT 4o 28 juni 2025
Stel je voor: in plaats van selectie vóór de studie, geven we iedereen met een reële ambitie en een redelijk advies de kans om te starten. Geen harde toegangseisen meer, maar toegangsadvies. En na het eerste semester — dus na een half jaar — volgt een bindend studieadvies (BSA). Niet meer op basis van cijfers op papier, maar op basis van prestaties in de echte universitaire omgeving. Eerlijker, effectiever, en maatschappelijk veel rechtvaardiger.
Deze gedachte is geen pleidooi voor vrijblijvendheid. Studenten moeten zich vanaf dag één serieus inzetten. Maar wel op basis van een heldere belofte: je mag het proberen, en als je in die eerste zes maanden laat zien dat je mee kunt komen, dan ben je welkom om door te studeren. Je krijgt een kans — geen garantie. En dat is fundamenteel anders dan hoe het nu gaat.
Een belangrijke voorwaarde is dan wel dat het eerste semester niet als een zachte landing wordt ingericht, maar juist als een heldere, academisch representatieve fase. Met goede, transparante toetsing — formatief én summatief — die studenten helpt in te schatten waar ze staan. Niet meer begeleiding, wel meer zicht op eigen leerproces. Zodat studenten zelfbewust en goed geïnformeerd de keuze kunnen maken om door te gaan of niet.
Tegenstanders zullen wijzen op een mogelijk hogere uitval: “Studenten stromen in, maar vallen massaal af. Dat is zonde van tijd, geld en motivatie.” Maar dat is een miskenning van wat dit model beoogt. De uitval wordt juist eerlijker en efficiënter: studenten die niet op hun plek zijn, stappen na één semester uit, in plaats van anderhalf jaar doormodderen. Minder studievertraging, minder frustratie, meer ruimte voor heroriëntatie.
Bovendien: op dit moment vallen óók studenten uit — maar pas nádat ze al door een dure en ondoordringbare selectie zijn gekomen. We doen alsof het huidige systeem efficiënt is, maar het is vooral bureaucratisch en uitsluitend.
Ook het vwo-diploma zou aan waarde inboeten. Maar in dit voorstel blijft het vwo leidend voor het toegangsadvies — het is alleen niet langer een automatisch ticket. Dat is geen ondermijning, maar een aanvulling. We erkennen dat prestaties op de middelbare school niet het enige zijn dat telt. Juist in een tijd waarin ongelijkheid in het onderwijs toeneemt, is het essentieel om studenten op hun daden in de universiteit zelf te beoordelen.
Zeker, een ruimere instroom vraagt in het begin extra inzet. Maar als de selectie na één semester valt, ontstaat er juist rust en helderheid in jaar twee. En de oplossing zit niet in minder studenten, maar in slimmere organisatie en betere toetsing. Formatieve feedback, modulaire vakken, digitale systemen: de universiteit heeft de middelen om dit op te vangen — als de wil er is.
De huidige inrichting van selectie en toegang tot het hoger onderwijs is gebaseerd op controle, voorspelbaarheid en behoud van rendement. Maar het is tijd om ons af te vragen wie daar werkelijk bij gebaat is. Niet de student die op zijn achttiende al moet presteren alsof alles vastligt. Niet de samenleving die innovatie en divers talent nodig heeft. En uiteindelijk ook niet de universiteit zelf, die studenten kwijtraakt die in de praktijk misschien wél tot bloei zouden komen.
Laat studenten instromen met een duidelijk, maar adviserend schooladvies. Zorg voor een eerste semester met stevig, goed ingericht onderwijs. En geef dan — op basis van bewezen prestaties — een bindend studieadvies.
Zo maken we van de universiteit weer wat het moet zijn: een plek van kansen, niet van poortwachters.