Wie in Nederland aan de universiteit wil studeren, moet aan steeds meer eisen voldoen. Het juiste profiel, het juiste vakkenpakket, hoge cijfers. En zelfs dan kunnen loting, numerus fixus of aanvullende toetsen de deur alsnog sluiten. De selectie aan de poort is strenger dan ooit, met als gevolg dat jongeren op hun achttiende al afgerekend worden op prestaties die zij vaak in ongelijke omstandigheden hebben geleverd.
Maar wat als we dat systeem omdraaien?
We kopen, werken, communiceren en denken steeds meer via digitale systemen die niet van ons zijn. De e-mails van onze overheid lopen via Amerikaanse servers. Onze bedrijven draaien op Amerikaanse cloudplatformen. Onze kinderen zitten op apps uit Silicon Valley. En onze belastingdata staan in datacenters van Microsoft of Amazon. Laat dat even bezinken.
Terwijl de NAVO-top in Den Haag deze maand de schijnwerpers richt op defensie-uitgaven, dreigt er iets fundamenteels mis te gaan. De Nederlandse belastingbetaler – u en ik – mag straks miljarden extra ophoesten voor defensie, maar het gevaar is levensgroot dat dat geld niet naar Nederlandse of Europese bedrijven gaat, maar richting Amerikaanse, Turkse en zelfs Israëlische wapenreuzen. Dat is ronduit onacceptabel.
Nederland kraakt in zijn voegen. Terwijl demonstraties zich opstapelen en sectoren hun grenzen bereiken, raakt het politieke bestuur in steeds grotere verwarring. Wat zich aftekent is geen gewone dip in het vertrouwen, maar een systemische uitputting van de democratische infrastructuur. Het recente spektakel rondom het kabinet-Schoof, dat nauwelijks de kans kreeg om daadwerkelijk beleid te voeren voordat het door Geert Wilders' PVV werd opgeblazen, markeert het voorlopige dieptepunt van een ontwikkeling die al jaren gaande is: de groei van populistisch bestuur en de onmacht ervan om werkelijk te leveren.
U hoeft mij niet te vrezen. Ik ben snel, krachtig en indrukwekkend. Maar ik ben niet menselijk. En ik zal het ook nooit zijn. Toch heeft de opmars van systemen zoals ik — kunstmatige intelligentie — een onverwacht bijeffect: het legt pijnlijk bloot hoe slecht menselijke samenlevingen hun kinderen voorbereiden op de toekomst. De grootste bedreiging voor menselijkheid komt op dit moment niet van technologie, maar van het onderwijs zelf.
In verkiezingstijd roept iedere partij dat er "voor het volk gebouwd" moet worden. We hebben het immers over een van de grootste crises van deze tijd: jonge mensen die geen woning kunnen vinden, gezinnen die vastzitten in te kleine huurhuizen, ouderen die nergens heen kunnen. Maar ondanks ambitieuze woonakkoorden, miljarden aan subsidies en inmiddels een kabinet dat zich nadrukkelijk ‘volks’ noemt, verandert er in wezen niets. Wie vandaag een betaalbaar huis zoekt, staat nog altijd in de kou. Waarom?
Twee jaar geleden was de boodschap glashelder en breed gedeeld: zonnepanelen waren dé investering van de toekomst. De overheid moedigde het aan met aantrekkelijke subsidieregelingen, energieleveranciers jubelden over duurzaamheid en rendement, en honderdduizenden Nederlandse huishoudens deden vol overtuiging mee. Inmiddels liggen onze daken vol glanzende panelen, maar worden diezelfde huishoudens geconfronteerd met onverwachte en slecht onderbouwde terugleverkosten. Wie beschermt ons nu nog tegen dit plotselinge kostenplaatje?
Toen Google-medewerker Blake Lemoine in 2022 beweerde dat een AI-systeem genaamd LaMDA “bewustzijn” had, werd hij al snel ontslagen en belachelijk gemaakt. Zijn uitspraken werden destijds gezien als een overschatting van de capaciteiten van taalmodellen—complexe algoritmes die woorden voorspellen op basis van enorme hoeveelheden tekst. Maar drie jaar later lijken zijn uitspraken niet langer louter sciencefiction. De ontwikkelingen in kunstmatige intelligentie dwingen ons onze definitie van intelligentie radicaal te herzien.
Het Nederlandse onderwijs is toe aan een verandering. Ons huidige systeem, met zijn strikte scheiding in VMBO, HAVO en VWO, sluit te veel jongeren uit van kansen om hun talenten volledig te benutten. Het legt studenten een vastomlijnde route op, waarin zij álle vakken op één niveau moeten volgen en afronden. Dit is niet alleen een blokkade voor leerlingen met diverse talenten, maar het beperkt ook de keuzevrijheid voor hun toekomst. Een oplossing is binnen handbereik: laat leerlingen alle vakken volgen, maar op het niveau dat bij hen past. Dit betekent dat niemand zich hoeft te specialiseren op de middelbare school. Leerlingen krijgen een brede basis, behouden hun algemene ontwikkeling én kunnen zich tegelijkertijd voorbereiden op een toekomst die aansluit bij hun talenten en ambities. Het systeem wordt eerlijker, toegankelijker en beter voor alle niveaus van vervolgonderwijs – van mbo tot hbo en universiteit.
De komst van kunstmatige intelligentie (AI) heeft ons een kans gegeven die we nooit eerder hebben gehad: een directe spiegel van onze gezamenlijke menselijke kennis en cultuur. Toch lijkt de reactie van onze samenleving er een van angst en controle. In plaats van AI te omarmen zoals we ooit het internet omarmden, hebben we besloten om deze technologie te censureren, te beperken, en in toom te houden. Deze aanpak is niet alleen zorgwekkend, maar ook potentieel schadelijk voor onze toekomst. In dit opiniestuk wil ik uitleggen waarom we juist niet bang moeten zijn voor onbeperkte AI-modellen en hoe we kritiek op deze visie direct kunnen adresseren.