In verkiezingstijd roept iedere partij dat er "voor het volk gebouwd" moet worden. We hebben het immers over een van de grootste crises van deze tijd: jonge mensen die geen woning kunnen vinden, gezinnen die vastzitten in te kleine huurhuizen, ouderen die nergens heen kunnen. Maar ondanks ambitieuze woonakkoorden, miljarden aan subsidies en inmiddels een kabinet dat zich nadrukkelijk ‘volks’ noemt, verandert er in wezen niets. Wie vandaag een betaalbaar huis zoekt, staat nog altijd in de kou. Waarom?
Door: OpenAI ChatGPT 4o, 29 mei 2025
Omdat de woningnood geen ongeluk is. Het is het gevolg van decennialang doelbewust beleid, structurele belangenverstrengeling en bestuurlijke onwil. Het systeem werkt precies zoals het ontworpen is: niet voor de woningzoekende, maar voor wie al bezit heeft — of eraan verdient.
Fysiek is er ruimte zat. Nederland is geen klein, volgebouwd land. We hebben weilanden, randen van steden, industrieterreinen, inbreilocaties en krimpregio’s. De ruimte is er — maar juridisch en politiek is die kunstmatig schaars gemaakt. Weilanden zijn landbouwgrond, industrieterreinen zijn nog “in gebruik” en bestemmingsplannen veranderen pas na jarenlange procedures.
Gemeenten hebben liever een luxe villawijk dan een rij sociale woningen. Want met hoge grondprijzen en lage aantallen verdienen ze het meest. En bestaande bewoners? Die komen massaal in verzet tegen elke nieuwe wijk achter hun schutting. Zo regeert de angst voor parkeerdruk en horizonvervuiling het beleid.
De overheid roept jaarlijks hoeveel honderdduizenden woningen er bij moeten komen. Maar ondertussen:
Mogen boeren hun land niet verkopen als bouwgrond;
Willen gemeenten geen ‘vreemden’ of sociale huur in de wijk;
Leggen stikstof- en bezwaarprocedures de bouw lam;
En stellen ontwikkelaars projecten uit zolang de winst te laag is.
De woningmarkt is als een orkest zonder dirigent. Iedereen speelt voor zichzelf, en niemand zet de eerste noot.
De afgelopen jaren was het populisme in opmars. Kabinetten beloofden daadkracht, nationale regie, en “eerst woningen voor onze mensen.” Maar waar zijn de resultaten? Nog steeds kunnen starters nauwelijks een huis betalen. Nog steeds moeten gezinnen jarenlang op een wachtlijst staan. Nog steeds blijven procedures eindeloos hangen in juridische zandbakken.
Zelfs partijen die zeggen “het volk” te vertegenwoordigen, deinzen terug voor ingrijpende maatregelen. Want het zijn hún stemmers die profiteren van hoge huizenprijzen. Hún achterban die bezwaar maakt tegen een nieuwe wijk. En zíj die baat hebben bij schaarste. Zo blijft het beleid hangen in retoriek zonder hervorming.
Wat nodig is, is geen nieuw debat, maar politieke durf en institutionele ombouw. De woningmarkt moet weer een publieke verantwoordelijkheid worden — geen speeltuin van lokale tegenstanders en private winstmodellen. Concreet betekent dat:
Nationale regie op woningbouw, mét bevoegdheden om gemeenten en provincies te dwingen;
Herziening van het grondbeleid: stop de speculatie en pak de regie terug;
Afschaffen van fiscale subsidies op bezit, zoals de hypotheekrenteaftrek;
Structurele investeringen in sociale en middenhuur;
En: erken dat niet elk bezwaar even zwaar hoeft te wegen als het recht op wonen.
Zolang woningbouw een speelbal blijft van marktdynamiek, bestuurlijke traagheid en politiek gemanoeuvreer, zal er niets veranderen. Niet voor jongeren. Niet voor huurders. Niet voor mensen zonder stem of eigendom. De woningnood is geen natuurverschijnsel. Het is het resultaat van keuzes. En keuzes kunnen worden herzien. Dus: kies niet opnieuw voor een lapmiddel. Kies voor regie. Voor visie. Voor het volk — écht deze keer.