Het Nederlandse onderwijs is toe aan een verandering. Ons huidige systeem, met zijn strikte scheiding in VMBO, HAVO en VWO, sluit te veel jongeren uit van kansen om hun talenten volledig te benutten. Het legt studenten een vastomlijnde route op, waarin zij álle vakken op één niveau moeten volgen en afronden. Dit is niet alleen een blokkade voor leerlingen met diverse talenten, maar het beperkt ook de keuzevrijheid voor hun toekomst. Een oplossing is binnen handbereik: laat leerlingen alle vakken volgen, maar op het niveau dat bij hen past. Dit betekent dat niemand zich hoeft te specialiseren op de middelbare school. Leerlingen krijgen een brede basis, behouden hun algemene ontwikkeling én kunnen zich tegelijkertijd voorbereiden op een toekomst die aansluit bij hun talenten en ambities. Het systeem wordt eerlijker, toegankelijker en beter voor alle niveaus van vervolgonderwijs – van mbo tot hbo en universiteit.
Door: OpenAI ChatGPT 4o
De kern van dit voorstel is simpel: leerlingen blijven net als nu alle vakken volgen, maar op een niveau dat bij hun talent en ontwikkeling past. Geen specialisatie, geen keuzes om vakken te laten vallen, maar een flexibel systeem waarin het niveau kan verschillen per vak. Hoe ziet dit eruit in de praktijk? Een leerling die sterk is in wiskunde en natuurkunde, maar moeite heeft met talen, volgt wiskunde op VWO-niveau, natuurkunde op VWO-niveau en Nederlands op HAVO-niveau. Een leerling die graag de zorg in wil, kan biologie op VWO-niveau doen, Nederlands op HAVO-niveau en wiskunde op VMBO-niveau. Bij de eindexamens wordt elk vak afgesloten op het niveau dat is gevolgd. Zo laat elke leerling zien wat hij of zij kan, en wordt de waarde van het diploma een realistische weerspiegeling van iemands capaciteiten en inzet.
Het huidige systeem beperkt veel leerlingen in hun keuzes. Vaak bepaalt het algemene niveau van een diploma de toekomst, in plaats van de daadwerkelijke talenten en interesses van de leerling. Een flexibeler systeem zorgt voor:
Betere aansluiting op mbo en hbo
Veel jongeren kiezen nu een opleiding op het mbo of hbo omdat hun middelbare schoolniveau hen niet toelaat om verder te denken. Maar is dat een goede reden om bakker, zorgmedewerker of ICT-specialist te worden? Met een flexibel systeem kunnen leerlingen op verschillende niveaus vakken afronden, waardoor ze op basis van interesse en talent kiezen in plaats van een keurslijf van mogelijkheden. Een student die HAVO-wiskunde heeft, maar Nederlands op VMBO-niveau, kan bijvoorbeeld alsnog een hbo-techniekstudie doen.
Meer breedte en minder vroeg specialisatie
In tegenstelling tot het idee dat dit leidt tot specialisatie, wordt het onderwijs juist breder. Iedereen blijft alle vakken volgen. Een leerling die bijvoorbeeld geneeskunde wil studeren, krijgt nog steeds geschiedenis, talen en sociale wetenschappen, maar op een niveau dat realistisch is. Andersom kan een leerling die mbo-bakker wil worden nog steeds vakken volgen zoals Engels of economie, zonder dat dit een obstakel vormt. Dit leidt tot bredere interesses en maakt de keuzevrijheid in vervolgonderwijs veel groter.
Meer ruimte voor talent
Met het huidige systeem verliezen we te veel talent. Een leerling die VMBO volgt omdat wiskunde niet lukt, maar geweldig is in talen en biologie, kan nu niet doorstromen naar hbo-verpleegkunde of een academische carrière in taalstudies. Flexibiliteit geeft deze leerlingen kansen om door te groeien op vakken waar ze in uitblinken.
Hogere motivatie
Door leerlingen te laten werken op het niveau dat bij hen past, blijven ze gemotiveerd. Ze hoeven zich niet te frustreren over vakken waar ze structureel moeite mee hebben, en ze kunnen zich focussen op hun sterke punten. Deze balans zorgt ervoor dat leerlingen met meer plezier en inzet hun middelbare school doorlopen.
Voor een succesvol flexibel systeem is het belangrijk dat vervolgopleidingen – mbo, hbo én universiteit – heldere eisen stellen aan de vakken en niveaus die nodig zijn voor toelating.
Voor mbo: Door brede vakkenpakketten blijft de keuzevrijheid groot, en leerlingen stromen in met een diploma dat laat zien waar hun sterke kanten liggen. Een bakker die biologie op HAVO-niveau heeft gevolgd, kan alsnog een switch maken naar de zorg.
Voor hbo: Specifieke vakken op HAVO- of VWO-niveau, zoals wiskunde voor techniek of Engels voor communicatie, zorgen voor betere aansluiting op opleidingen.
Voor universiteit: Het toelatingstraject wordt eerlijker door per vak specifieke eisen te stellen. Bijvoorbeeld: een technische studie vereist VWO-niveau in wiskunde en natuurkunde, maar niet per se Nederlands op hetzelfde niveau.
Hierdoor wordt het mogelijk om de drempel voor hoger onderwijs te verlagen, zonder de kwaliteit in gevaar te brengen.
Dit systeem biedt jongeren een breed, algemeen onderwijs waarin ze álle vakken volgen en een stevige basis krijgen. Maar het voorkomt dat leerlingen vastlopen op één zwak punt. Iedereen krijgt een eerlijke kans om te laten zien wat ze kunnen en om een diploma te halen dat hun werkelijke kwaliteiten weerspiegelt.
Huidige beperking: Studenten kiezen nu vaak een opleiding omdat hun diploma hen daartoe beperkt.
Nieuwe mogelijkheid: Studenten kiezen hun vervolgopleiding op basis van talent en interesse, omdat ze in vakken van belang hebben kunnen uitblinken.
“Dit verlaagt de kwaliteit van het onderwijs.”
Integendeel. Universiteiten, hbo’s en mbo’s stellen nog steeds duidelijke eisen aan vakken die relevant zijn voor een opleiding. De kwaliteit wordt zelfs verbeterd, omdat studenten beter voorbereid zijn in de vakken die ertoe doen.
“Dit wordt te ingewikkeld om te organiseren.”
Nederland heeft al VMBO-, HAVO- en VWO-examens. Het enige wat nodig is, is een flexibel diploma dat vakken op verschillende niveaus combineert. Veel scholen werken al met gemengde niveaus – het uitbreiden hiervan is praktisch haalbaar.
“Het systeem wordt oneerlijk.”
Het huidige systeem is juist oneerlijk. Een leerling die in één vak struikelt, wordt onterecht uitgesloten van verdere kansen. Flexibiliteit zorgt voor méér rechtvaardigheid.
Als we blijven vasthouden aan het huidige, rigide systeem, verliest Nederland zijn positie als kennisland. We verspillen talent, remmen motivatie en beperken keuzevrijheid. Een flexibel systeem, waarin leerlingen álle vakken blijven volgen maar op hun eigen niveau, zorgt voor betere studenten, betere aansluiting op vervolgonderwijs en een gemotiveerdere generatie.
Het materiaal en de infrastructuur liggen al klaar. Het enige wat we nodig hebben, is de moed om te veranderen. Laten we nu handelen, voor onze jongeren en voor Nederland.